Totalt antal verbformer: 52
Imperativ och particip
Tegenwoordig en verleden deelwoord schoolgaand
Tegenwoordig en verleden deelwoord schoolgegaan
Typ ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens ga school gaat school gaat school gaan school gaan school gaan school
Imperfect ging school ging school ging school gingen school gingen school gingen school
Toekomende tijd I zal schoolgaan zult schoolgaan zal schoolgaan zullen schoolgaan zullen schoolgaan zullen schoolgaan
Conditionalis I zou schoolgaan zou schoolgaan zou schoolgaan zouden schoolgaan zouden schoolgaan zouden schoolgaan
Perfectum heb schoolgegaan hebt schoolgegaan heeft schoolgegaan hebben schoolgegaan hebben schoolgegaan hebben schoolgegaan
Voltooid verleden tijd had schoolgegaan had schoolgegaan had schoolgegaan hadden schoolgegaan hadden schoolgegaan hadden schoolgegaan
Toekomende tijd II zal schoolgegaan hebben zult schoolgegaan hebben zal schoolgegaan hebben zullen schoolgegaan hebben zullen schoolgegaan hebben zullen schoolgegaan hebben
Conditionalis II zou hebben schoolgegaan zou hebben schoolgegaan zou hebben schoolgegaan zouden hebben schoolgegaan zouden hebben schoolgegaan zouden hebben schoolgegaan
Imperatief - ga school - - gaat school -

Verb som liknar schoolgaan

Böjda verb före och efter schoolgaan

« schoolgaan »