Woxikon / Verb / Holländska / P / procreëren

NL Holländska böjning av procreëren

Totalt antal verbformer: 52
Imperativ och particip
Tegenwoordig en verleden deelwoord procreërend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geprocreëerd
Typ ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens procreëer procreëert procreëert procreëren procreëren procreëren
Imperfect procreëerde procreëerde procreëerde procreëerden procreëerden procreëerden
Toekomende tijd I zal procreëren zult procreëren zal procreëren zullen procreëren zullen procreëren zullen procreëren
Conditionalis I zou procreëren zou procreëren zou procreëren zouden procreëren zouden procreëren zouden procreëren
Perfectum heb geprocreëerd hebt geprocreëerd heeft geprocreëerd hebben geprocreëerd hebben geprocreëerd hebben geprocreëerd
Voltooid verleden tijd had geprocreëerd had geprocreëerd had geprocreëerd hadden geprocreëerd hadden geprocreëerd hadden geprocreëerd
Toekomende tijd II zal geprocreëerd hebben zult geprocreëerd hebben zal geprocreëerd hebben zullen geprocreëerd hebben zullen geprocreëerd hebben zullen geprocreëerd hebben
Conditionalis II zou hebben geprocreëerd zou hebben geprocreëerd zou hebben geprocreëerd zouden hebben geprocreëerd zouden hebben geprocreëerd zouden hebben geprocreëerd
Imperatief - procreëer - - procreëert -

Verb som liknar procreëren

Böjda verb före och efter procreëren

« procreëren »

Fler åtgärder för procreëren