Totalt antal verbformer: 52
Imperativ och particip
Tegenwoordig en verleden deelwoord aborterend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geaborteerd
Typ ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens aborteer aborteert aborteert aborteren aborteren aborteren
Imperfect aborteerde aborteerde aborteerde aborteerden aborteerden aborteerden
Toekomende tijd I zal aborteren zult aborteren zal aborteren zullen aborteren zullen aborteren zullen aborteren
Conditionalis I zou aborteren zou aborteren zou aborteren zouden aborteren zouden aborteren zouden aborteren
Perfectum heb geaborteerd hebt geaborteerd heeft geaborteerd hebben geaborteerd hebben geaborteerd hebben geaborteerd
Voltooid verleden tijd had geaborteerd had geaborteerd had geaborteerd hadden geaborteerd hadden geaborteerd hadden geaborteerd
Toekomende tijd II zal geaborteerd hebben zult geaborteerd hebben zal geaborteerd hebben zullen geaborteerd hebben zullen geaborteerd hebben zullen geaborteerd hebben
Conditionalis II zou hebben geaborteerd zou hebben geaborteerd zou hebben geaborteerd zouden hebben geaborteerd zouden hebben geaborteerd zouden hebben geaborteerd
Imperatief - aborteer - - aborteert -

Verb som liknar aborteren

Böjda verb före och efter aborteren

« aborteren »